Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting. Doordat D, de dochter van X, in 2012 niet op het adres van X staat ingeschreven, voldoet X namelijk niet aan de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderkorting.

Belanghebbende, X, en C gaan in 2004 uit elkaar. De kinderen verblijven bij C. In 2012 staan de kinderen ingeschreven op het adres van C. Sinds mei 2012 verblijft D, de dochter van X en C, bij X. X claimt in zijn IB-aangifte 2012 de alleenstaande-ouderkorting. De inspecteur is echter van mening dat X geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting, omdat hij niet aan de voorwaarden voor deze korting voldoet.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting. Doordat D in 2012 niet op het adres van X staat ingeschreven, voldoet X volgens het hof namelijk niet aan de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderkorting. Het hof overweegt daarbij dat er geen ruimte bestaat om voor toekenning van de alleenstaande-ouderkorting aan te sluiten bij de feitelijke woonplaats. Volgens het hof is de feitelijke situatie van de betrokken belastingplichtige niet van belang, als niet aan het formele criterium is voldaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 september

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen