Belanghebbende, X, woont samen met haar kind op het adres van haar ouders. In geschil is of X in aanmerking komt voor de alleenstaande ouderkorting.
Hof Den Haag oordeelt dat X deel uitmaakt van het huishouden dat haar ouders en haar broer samen voeren en om die reden geen recht heeft op de alleenstaande ouderkorting. De vraag of X samen met haar kind kostganger was, beantwoordt het hof ontkennend. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij aan haar ouders een commerciële vergoeding heeft betaald voor huisvesting en voeding. Niet aannemelijk is geworden dat zij behalve het maandelijks ten titel van kostgeld betaalde bedrag van € 272,27 nog afzonderlijk bedragen heeft betaald voor voeding en bewassing en voor energiekosten. Het Hof komt tot de conclusie dat het maandelijkse bedrag van € 272,27 betrekking heeft op vergoeding voor kosten voor huisvesting, energie, bewassing en voeding voor twee personen. Het bedrag is vanaf in ieder geval 2008 gelijk gebleven en niet geïndexeerd met de jaarlijkse prijsindex. Het bedrag is dermate laag dat niet kan worden gesproken van kostgeld dat op zuiver commerciële basis is gestoeld. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.15