Aan belanghebbende, X, wordt een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 opgelegd. De inspecteur corrigeert daarin een afwaardering van een lening ter grootte van € 175.000 die X heeft gedaan ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur legt ook navorderingsaanslagen op over de jaren 2004 t/m 2006 vanwege het vervallen van de verliesverrekening uit het jaar 2007.
Rechtbank Noord-Nederland volgt het standpunt van de inspecteur dat de automatische correctie van de heffingskorting bij de definitieve aanslag nog geen inhoudelijke beoordeling van deze aanslag inhoudt. Er is geen sprake van een ambtelijk verzuim dat navordering zou verhinderen. De rechtbank oordeelt dat de lening van X aan een bv een onzakelijke lening betreft, zodat de inspecteur de afwaardering van € 175.000 tot nihil terecht heeft gecorrigeerd. De navorderingsaanslag IB/PVV 2007 blijft, gelet op het voorgaande, in stand. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen over de jaren 2004, 2005, 2006 en 2008 vanwege het ontbreken van een verliesherzieningsbeschikking. De rechtbank is van mening dat zij niet buiten de rechtsstrijd is getreden door ambtshalve onderzoek te verrichten naar de aanwezigheid van een verliesherzieningsbeschikking.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.157
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 11 juni