X geniet een WAO-uitkering en een pensioen. In zijn aangiften IB/PVV over de jaren 2004 t/m 2007 claimt X aanzienlijke verliezen uit onderneming. De inspecteur corrigeert de aangegeven verliezen door na te vorderen (2004 t/m 2006) dan wel af te wijken van de door X ingediende aangifte (2007). In geschil is of de inspecteur beschikt over een nieuw feit voor de navorderingsaanslagen.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim heeft begaan door zonder de uitkomst van het boekenonderzoek af te wachten de primitieve aanslag IB/PVV 2006 op te leggen. Ofschoon de inspecteur op grond van vaste jurisprudentie de uitkomst van het onderzoek had moeten afwachten, was in het onderhavige geval het feitelijk aanslagregelend proces in wezen afgerond op het moment van selectie van de aangifte voor geautomatiseerde regeling. Gelet op het tijdsverloop van aanslagregeling en de aanvang van het boekenonderzoek acht het hof het aannemelijk dat het moment van selectie van de aangifte voor geautomatiseerde aanslagoplegging zich heeft voorgedaan vóór de aanvang van het boekenonderzoek. Van belang is voorts dat gemachtigde ter zitting van het hof desgevraagd heeft verklaard dat de controlemedewerker van de Belastingdienst hem destijds heeft aangegeven dat X ‘at random' voor het boekenonderzoek is geselecteerd. Evenals voor de jaren 2004 t/m 2005 mocht de inspecteur vertrouwen op de juistheid van de aangifte 2006 die een verzorgde indruk maakte. De bevindingen van het boekenonderzoek vormden vervolgens het nieuwe feit dat navordering mogelijk maakte. Het hof is van oordeel dat de inspecteur de verliezen terecht heeft gecorrigeerd aangezien de activiteiten van X geen bron van inkomen opleverden. Het hof vermindert de aanslagen wel aangezien de kosten van de cursussen ‘Wealth mastery' en ‘Business mastery' deels aftrekbaar zijn en wel als scholingsuitgaven.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16