Rechtbank Noord-Nederland beslist dat de inspecteur het verzoek van X om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2014 terecht heeft geweigerd vanwege een eerder gesloten compromis.

X dient een herziene aangifte IB/PVV 2014 in met daarin aangegeven een negatief loon van X bv. Dit wordt aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur neemt het verzoek niet in behandeling. X heeft namelijk op de zitting van 13 november 2018 betreffende een eerdere procedure over de afwijzing van verzoeken om ambtshalve vermindering over 2012 t/m 2016 een compromis met de inspecteur gesloten. Volgens de inspecteur valt het onderhavige inhoudelijke geschilpunt (het aangegeven negatief loon van X bv) onder de in dit compromis vallende onderwerpen en mag X daar niet op terugkomen.

Rechtbank Noord-Nederland beslist dat het aangegeven (negatief) loon vanuit X bv onder de term “de onderhavige onderwerpen” valt zoals vermeld in het verkort proces-verbaal van de zitting van 13 november 2018. Het is waar dat in het verkort proces-verbaal niet met zoveel woorden is opgenomen dat het niet meer mag gaan om loon genoten uit of afkomstig van X bv. Maar uit het verweerschrift in die zaak blijkt volgens de rechtbank duidelijk dat het destijds tijdens de behandeling ter zitting ook is gegaan over het loon van X bv. Het verzoek van X om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2014 is terecht geweigerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 18 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen