Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het verzoek tot ambtshalve vermindering terecht is afgewezen nu geen sprake is van een onjuiste aanslag. De huurwoning is geen ondernemingsvermogen waardoor huisvestingskosten niet ten laste van de winst komen.

Belanghebbende brengt in een herziene aangifte IB/PVV 2014 € 12.815 ten laste van de winst. Het betreft huurrechten over de woning van belanghebbende van waaruit ook de eenmanszaak van belanghebbende wordt gedreven. De inspecteur merkt dit aan als een verzoek tot ambtshalve vermindering. Eerder waren in de aangiften IB/PVV 2013 en 2014 slechts kosten voor gas, water en licht opgenomen als zakelijke kosten met betrekking tot de huurwoning. De inspecteur wijst het verzoek af. Belanghebbende gaat in beroep.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur het verzoek terecht heeft afgewezen. Het opnemen van huisvestingskosten, zijnde gas, water en licht, in de aangifte IB/PVV is onvoldoende om aan te nemen dat belanghebbende de woning als ondernemingsvermogen wilde etiketteren. Verder heeft belanghebbende niet weersproken dat de woning voor meer dan 90% als woning wordt gebruikt. Hiermee is de onherroepelijk vaststaande aanslag niet onjuist. De inspecteur is derhalve niet gehouden over te gaan tot ambtshalve vermindering. Het beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Fiscale aspecten vermogensetikettering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 15 mei

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen