Hof Amsterdam oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ondanks dat X geruime tijd nodig had om zijn leven na de scheiding ‘weer op de rit te krijgen’.

X scheidt in 2013 van zijn echtgenote. In 2014 verblijft hun zoon alle dagen van de week bij X. Bij het vaststellen van zijn aanslag over dat jaar wordt toepassing van de alleenstaande ouderkorting (AOK) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) geweigerd wegens het ontbreken van een door beide ouders ondertekend ouderschapsplan. In september 2021 verzoekt X vergeefs om herziening van de aanslag. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X had uiterlijk op 31 december 2019 om ambtshalve vermindering moeten verzoeken. In hoger beroep stelt X dat de moeder destijds met ernstige psychische problemen kampte en dat hij voor de veiligheid van de zoon vreesde.

Hof Amsterdam oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ondanks dat X geruime tijd nodig had om zijn leven na de scheiding ‘weer op de rit te krijgen’. Begin 2015 was de situatie zodanig verbeterd dat de zorg weer kon worden overgenomen door de moeder. De verschoonbare termijnoverschrijding strekt zich daarom niet uit tot september 2021. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 21 november

Informatiesoort: VN Vandaag

389

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen