X exploiteert een adviesbureau. In 2012 vertrekt hij naar Turkije zonder een adreswijziging door te geven aan de gemeente of de Belastingdienst. In 2020 keert X terug en wordt alsnog bezwaar gemaakt tegen twee aanslagen inkomstenbelasting over 2010 en 2014 en de verzuimboeten. De inspecteur verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk. Ambtshalve verminderingen zijn ook niet mogelijk, omdat de verzoeken na afloop van de vijfjaarstermijn zijn ingediend. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, omdat hij zijn zoon opdracht had gegeven om de post door te sturen naar Turkije, maar dat zijn zoon hierin nalatig is geweest.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met de enkele doorstuurinstructie aan zijn zoon en zonder enige tussentijdse voortgangscontrole alles feitelijk op zijn beloop heeft gelaten. De termijnoverschrijding is dus niet verschoonbaar. X stelt ook vergeefs de Nederlandse taal niet machtig te zijn, omdat zijn geïnstrueerde zoon deze wel machtig is. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 60
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 45aa
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 10 mei