Mevrouw X ontvangt van 2005 tot en met 2013 een bijstandsuitkering. De gemeente besluit in 2014 tot herziening van de uitkering omdat geen rekening was gehouden met de door X ontvangen alimentatie. In verband met de terugvordering verzoekt X in 2017 om teruggaaf van de teveel betaalde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. De inspecteur merkt het verzoek aan als verzoeken tot ambtshalve vermindering van de IB-aanslagen van 2005 tot en met 2013 en wijst de verzoeken af.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de terugbetaling van de uitkering na 2013 heeft plaatsgevonden, zodat tot en met dat jaar niet teveel loonheffing is ingehouden. Tegen de afwijzing van een verzoek om ambtshalve vermindering was bovendien tot 1 januari 2010 geen bezwaar en beroep mogelijk. Voor 2005 tot en met 2009 zijn de bezwaren van X dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Pas vanaf 1 januari 2010 wordt een voor bezwaar vatbare beschikking genomen. Voor 2010 gold voor ambtshalve vermindering een termijn van zeven jaar en voor 2011, 2012 en 2013 een termijn van vijf jaar. Voor 2011 is het verzoek dus ook te laat ingediend. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 12 juli