Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de contante giften niet aannemelijk maakt. Kwitanties en bankafschriften van contante opnamen zijn namelijk onvoldoende bewijs dat de giften ten goede zijn gekomen aan de bewuste ANBI-instelling.
Aan X zijn in de IB-sfeer navorderingsaanslagen en 75% vergrijpboetes opgelegd, nadat door een FIOD-onderzoek aan het licht is gekomen dat de penningmeester van een ANBI-instelling op grote schaal in valse kwitanties handelde. X verzoekt thans pas om ambtshalve verminderingen. Hij werkte namelijk bij de Belastingdienst en wilde ter voorkoming van problemen geen bezwaar maken. Inmiddels heeft X strafontslag gekregen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de betreffende contante giften niet aannemelijk maakt. Kwitanties en bankafschriften van contante opnamen zijn namelijk onvoldoende bewijs dat de giften ten goede zijn gekomen aan de bewuste ANBI-instelling (vgl. Hof Den Haag 5 januari 2021, 20/00398, V-N 2021/18.1.1). Voor het oudste jaar (2012) is bovendien ook al de vijfjaarstermijn verstreken. De beroepen van X zijn ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 september