De Minister van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en nota van wijziging bij het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen (V-N 2022/54.27) naar de Tweede Kamer gestuurd.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat beide opleidingen niet kwalificeren voor het urencriterium. Door de opleidingen beschikt X namelijk over vaardigheden die zij daarvóór niet had.

Hof Amsterdam oordeelt dat vanwege het ontbreken van schade geen taxatierapport mag worden gebruikt.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur het bestaan van een gezagsverhouding niet aannemelijk maakt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X in aanmerking komt voor de startersvrijstelling overdrachtsbelasting, ondanks de tijdelijke bewoning van de woning.

Door een wijziging van de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, die op 1 juli 2024 in werking treedt, wordt MijnBelastingdienst Ondernemers, ook wel bekend als het Persoonlijk Domein Ondernemers (PDO) volledig uitgefaseerd.

Kosten die worden gemaakt in het kader van een traject voor schenking van ab-aandelen zijn geen aftrekbare kosten in box 2. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de door de inspecteur in aanmerking genomen waarde van de cocaïne van € 25.000 per kilo niet te hoog is. De inspecteur heeft zich namelijk gebaseerd op een rapport van de Dienst Landelijke Informatieorganisatie.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bij de uitvoering van wettelijke taken geen economische activiteiten verricht en verlaagt de door de rechtbank berekende aanvullende teruggaaf van 45% naar 1% op grond van een pre-pro-rata.

Kamerlid Vermeer (BBB) krijgt van de Staatssecretaris van Financiën antwoord op een aantal vragen over de wijze waarop onderzoek is gedaan naar de accijnsverhoging op tabak.

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.