Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat terecht tot dwanginvordering is overgegaan. Het maakt niet uit dat tijdens de procedure bij de rechtbank is toegezegd dat de inning van de aanslagen zou worden opgeschort totdat deze uitspraak had gedaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Aan X zijn vanaf 2016 diverse aanslagen gemeentelijke heffingen opgelegd, die X ook na aanmaningen niet heeft betaald. In geschil is of bij de dwangbevelen terecht betekeningskosten van in totaal € 416 in rekening zijn gebracht. Rechtbank Gelderland stelt de invorderingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland in het gelijk. In hoger beroep stelt X dat de zaken nog “onder de rechter” zijn en dat de betalingsverplichting daarmee is opgeschort.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/2374) oordeelt dat terecht tot dwanginvordering is overgegaan. Het maakt niet uit dat tijdens de procedure bij de rechtbank is toegezegd dat de inning van de aanslagen zou worden opgeschort totdat deze uitspraak had gedaan. Inmiddels heeft de rechtbank uitspraak gedaan en later is een betalingsherinnering naar X gestuurd. De betalingsverplichting wordt tijdens de bezwaar- en beroepsfase niet automatisch geschorst. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 12

Invorderingswet 1990 11

Invorderingswet 1990 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 mei

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen