Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de specifieke zorgkosten voor 2017 en 2018 terecht heeft gecorrigeerd omdat X en Y niet voldoen aan hun bewijslast. Door de aanschaf van een andere auto verschilt de situatie ten opzichte van 2014 zodanig dat zij ook geen beroep kunnen doen op het vertrouwensbeginsel.

Belanghebbenden, X en Y, zijn gehuwd, wonen in Duitsland en zijn kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. In hun aangifte IB/PVV 2017 en 2018 voeren zij uitgaven voor specifieke zorgkosten op, waarvan een deel betrekking heeft op vervoerskosten. Voor beide jaren corrigeert de inspecteur de vervoerskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de vervoerskosten terecht heeft gecorrigeerd. Hij is voor de brandstofprijs uitgegaan van de gemiddelde Duitse dieselprijzen van de ADAC. X en Y maken niet aannemelijk dat zij tegen een hogere dieselprijs hebben getankt. Daarnaast gaat de inspecteur uit van een gemiddeld brandstofgebruik van 6,5 liter per 100 kilometer. X en Y maken niet aannemelijk dat hun auto een gemiddeld verbruik van 12 liter per 100 kilometer heeft. Ook maken zij niet aannemelijk dat alle met de auto gereden kilometers zorggerelateerd zijn. X en Y kunnen geen vertrouwen ontlenen aan de zorgkostenaftrek uit 2014 omdat de situatie in 2017 en 2018 wezenlijk verschilt, alleen al door de andere aangeschafte auto. De beroepen zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 10 augustus

213

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen