Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het verzet tegen de eerdere uitspraak gegrond is, omdat niet is geoordeeld over het verzoek om immateriële schadevergoeding.

Gemachtigde heeft tegen diverse uitspraken op bezwaar tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting beroep ingesteld bij de rechtbank. In het beroepschrift doet zij ook een verzoek om schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en verwijst de zaak terug naar de gemeente, omdat de hoorplicht is geschonden. Volgens de gemachtigde heeft de rechtbank echter geen besluit genomen over het verzoek om schadevergoeding. Zij komt in verzet tegen de rechtbankuitspraak.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het verzet gegrond is. Op het verzoek om schadevergoeding heeft de rechtbank geen beslissing genomen. In vijf van de elf zaken wordt alsnog  een schadevergoeding toegekend, omdat in die zaken de redelijke termijn is overschreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:55

Gemeentewet 225

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 17 mei

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen