Rechtbank Overijssel oordeelt dat de gemeente Dinkelland bij de WOZ-waardering van de woning op het landgoed terecht geen rekening heeft gehouden met de instandhoudingsverplichting uit art. 17 lid 5 van de Wet WOZ en de WOZ-uitzondering voor ongebouwde zaken op NSW-landgoederen.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een landgoed in de gemeente Dinkelland met daarop diverse opstallen. In geschil is de WOZ-waarde van deze onroerende zaak voor belastingjaar 2012. De gemeente verdedigt een waarde van € 595.000.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat de gemeente Dinkelland bij de WOZ-waardering van de woning op het landgoed terecht geen rekening heeft gehouden met de instandhoudingsverplichting uit art. 17 lid 5 van de Wet WOZ en de WOZ-uitzondering voor ongebouwde zaken op NSW-landgoederen. De rechtbank stelt vast dat uit de beschikking van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Financiën van 3 augustus 2009 blijkt dat het landgoed, waar de onroerende zaak van X deel van uitmaakt, op 1 januari 2011 niet voldeed aan de voorwaarden. Pas per 11 december 2012 voldeed het landgoed wel aan de voorwaarden. De rechtbank acht de WOZ-waarde van € 595.000 niet te hoog en verklaart het beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-b

Wet waardering onroerende zaken 17-5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 3 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen