Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank had moeten vaststellen of inderdaad sprake is van een ingevolge de belastingwet genomen besluit waartegen geen bezwaar openstaat. Door de inspecteur is geen incidenteel hoger beroep ingesteld, zodat de proceskostenveroordeling van € 1278 en de opdracht om het griffierecht te vergoeden in stand blijft.
Aan X is een BPM-naheffingsaanslag opgelegd, in het kader waarvan nog een aparte procedure loopt. Na bezwaar is deze aanslag verminderd tot nihil. In geschil is of X terecht in bezwaar en beroep kan gaan tegen het 'Afschrift kennisgeving vermindering' van de aanslag. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is het beroep ontvankelijk, ondanks het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het belastingrecht (zie HR 13 april 2018, 16/02939, V-N 2018/23.18). X heeft de brief van de inspecteur namelijk kunnen en mogen opvatten als een uitspraak op het door hem ingediende bezwaar. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank had moeten vaststellen of inderdaad sprake is van een ingevolge de belastingwet genomen besluit waartegen geen bezwaar openstaat. Hiervan is in dit het geval sprake, zodat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, zij het op andere gronden. Het hoger beroep van X is ongegrond. Door de inspecteur is geen incidenteel hoger beroep ingesteld, zodat de proceskostenveroordeling van € 1278 en de opdracht om het griffierecht te vergoeden in stand blijft.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 september