Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beslissing van de inspecteur om een nieuw btw-nummer toe te kennen geen besluit is waartegen bezwaar en beroep open staan. De inspecteur had het bezwaar van X bv dan ook niet-ontvankelijk moeten verklaren.

Belanghebbende, X bv, houdt de aandelen in A bv. Tussen X bv en A bv bestaat al sinds 1 februari 1992 een f.e. Tijdens een interne controle stelt de Belastingdienst vast dat de f.e. geen btw-nummer heeft. Eind 2013 deelt de inspecteur daarom bij beschikking aan X bv mee dat hij de oude f.e. per 1 april 2014 ontbindt en een nieuwe f.e. met een btw-identificatienummer opneemt. X bv is het hier niet mee eens en maakt bezwaar. De inspecteur wijst het bezwaar af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beslissing van de inspecteur om een nieuw btw-nummer toe te kennen geen besluit is waartegen bezwaar en beroep open staan. De inspecteur had het bezwaar van X bv volgens de rechtbank dan ook niet-ontvankelijk moeten verklaren. Na overleg stelt de inspecteur voor om te onderzoeken of het mogelijk is dat de f.e. het ‘oude' btw-nummer behoudt, en X bv het nieuwe nummer kan krijgen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen