X BV doet BPM-aangiften voor de registratie van een Alpina B3 S Touring en een Mini Cooper. Vervolgens verzoekt zij voor beide auto's om een BPM-teruggaaf wegens export. De inspecteur verleent de gevraagde teruggaven conform de verzoeken en vermindert daarnaast ambtshalve de op aangifte afgedragen BPM in verband met extra leeftijdskortingen van respectievelijk € 1523 en € 155. In geschil is uitsluitend nog of X BV recht heeft op bezwaarkostenvergoedingen. Volgens Hof Den Haag heeft zij daar geen recht op. De teruggaafregeling is correct uitgevoerd, aangezien bij de berekening is uitgegaan van de BPM die op de datum van de tenaamstellingen was verschuldigd en niet van de daadwerkelijk betaalde (hogere) BPM. Het feit dat X BV ook recht had op aanvullende teruggaven en die ook ambtshalve heeft gekregen, maakt dit niet anders. X BV gaat in cassatie.
Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De inspecteur heeft de hoogte van de teruggaven terecht daaraan gekoppeld. Hieruit vloeit voort dat X BV geen recht heeft op de bezwaarkostenvergoedingen. Los hiervan stelt de A-G dat X BV uitsluitend nog procedeert over de vergoedingen. Op basis van recente jurisprudentie van andere hoogste bestuursrechters (zoals CRvB 2 april 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:635, V-N 2024/19.20) zou de Hoge Raad ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8d
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Instantie: Hoge Raad (Parket)
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 november
Informatiesoort: VN Vandaag