Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij de BTW-naheffing over het oudste jaar het verdedigingsbeginsel is geschonden. De dreigende verjaring is hiervoor geen rechtvaardiging. Deze vergrijpboete wordt daarom vernietigd.
X verleent diensten op het vlak van Erkenning van Verworven Competenties (EVC). Na een boekenonderzoek in 2011 is een informatiebeschikking genomen, die inmiddels onherroepelijk vaststaat (zie Hof ’s-Hertogenbosch 21 augustus 2015, 14/00005, V-N 2015/55.2.2). In geschil zijn thans diverse IB-(navorderings)aanslagen, BTW-naheffingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij de naheffing over het oudste jaar het verdedigingsbeginsel is geschonden. De dreigende verjaring is hiervoor geen rechtvaardiging. Deze boete wordt daarom vernietigd. X rekent een (beleggings)pand, dat voor 11% voor zijn onderneming wordt gebruikt ten onrechte geheel tot het ondernemingsvermogen. Gelet op de 50/50 eigendomsverhouding met zijn echtgenote wordt dit slechts voor 5,5% toegestaan. X slaagt voorts niet in de verzwaarde bewijslast dat zijn omzet moet worden verminderd met creditcardbetalingen. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat de betreffende facturen destijds niet bij het boekenonderzoek zijn aangetroffen en dat zijn echtgenote voor deze betalingen eerder scholingsaftrek heeft geclaimd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X immateriële schadevergoedingen van € 6000 (IB-deel) en € 2500 (BTW-deel). De beroepen van X zijn deels gegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 15 april