X emigreert in 2008 naar Frankrijk. Hij ontvangt in 2017 een AOW-uitkering van € 1164. X doet over 2017 geen tijdige IB-aangifte. De aanmaning tot het doen van de aangifte is door een administratieve fout aan het woonadres van X gestuurd, in plaats van naar het in het systeem geregistreerde toezendadres van zijn in Nederland gevestigde gemachtigde. In geschil is of terecht een verzuimboete van € 369 is opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de boete niet terecht is, omdat de aanmaning zijn gemachtigde pas na de termijn voor het doen van de aangifte heeft bereikt. X is de Nederlandse taal niet machtig en hij woont al geruime tijd niet meer hier. De aanmaning had naar de gemachtigde gestuurd moeten worden. Het beroep van X is gegrond. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X ook een immateriële schadevergoeding van € 500.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 mei