Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur onvoldoende heeft onderbouwd dat X weet had van de ten name van de echtgenoot geregistreerde buitenlandse vermogensbestanddelen.

Aan X is over 2013 een IB-navorderingsaanslag opgelegd, alsmede een 150% (box 3) vergrijpboete van € 4051. Haar echtgenoot is inmiddels strafrechtelijk veroordeeld voor ondergronds bankieren (zie 17/5161). Volgens de inspecteur heeft X buitenlandse vermogensbestanddelen verzwegen. X stelt niet te hebben geweten dat haar echtgenoot deze in zijn bezit had.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat onvoldoende door de inspecteur is onderbouwd dat X weet had van de ten name van de echtgenoot geregistreerde vermogensbestanddelen. De grondslag voor de boete komt daarmee te vervallen en deze wordt vernietigd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1500. Het beroep van X is gegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 24 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen