Aan belanghebbende, X, zijn aanslagen ib/pvv voor de jaren 2001 tot en met 2007 opgelegd met vergrijpboetes van 100%. Dit omdat X en haar echtgenoot een bankrekening bij de KB Lux zouden hebben aangehouden. Pas tijdens de bezwaarfase heeft de echtgenoot van X aangegeven rekeninghouder te zijn (geweest) en heeft hij informatie verstrekt over de bankrekening en de hoogte van de banksaldi. Aan de hand van deze informatie heeft de inspecteur de aanslagen en boetes verminderd. X komt in beroep. In geschil, onder andere, zijn de boetes voor de jaren 2001 en 2002 die in stand zijn gebleven. X stelt dat haar echtgenoot de rekening bij de (bank) aanhield, dat zij daarvan geheel niet op de hoogte was en dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat er bij haar sprake is van opzet. Volgens Rechtbank Noord-Holland moet de inspecteur bij betwisting voor iedere individuele rekeninghouder opzet in de zin van artikel 67d van de AWR aannemelijk maken. De inspecteur is daarin niet geslaagd. Gevolg is dat de aan X opgelegde boetes voor de jaren 2001 en 2002 vernietigd worden. X heeft geen recht op proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase omdat pas in de bezwaarfase gegevens zijn verstrekt die hebben geleid tot vermindering van de aanslagen, boetes en heffingsrente.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 12 mei