Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de bedrijfsopvolgingsregeling terecht niet heeft toegepast, omdat X als nieuwe firmant op het moment van de schenking niet is aan te merken als beherend vennoot.

De ouders van mevrouw X, haar echtgenoot en haar broer zijn vennoten van een CV, die een boomkwekerij exploiteert. De ouders zijn de commanditaire vennoten. Haar echtgenoot en haar broer zijn de beherende vennoten. De CV wordt op 30 juni 2020 ontbonden en het bedrijf wordt door de beherende vennoten per 1 juli 2020 voortgezet als VOF, waartoe X op dat moment ook toetreedt. In geschil is of X voor de van haar ouders ontvangen schenking de SW-bedrijfsopvolgingsregeling kan toepassen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de bedrijfsopvolgingsregeling terecht niet heeft toegepast, omdat X op het moment van de schenking niet is aan te merken als beherend vennoot. X stelt vergeefs dat zij in gemeenschap van goederen is gehuwd. Zij heeft op basis van de huwelijkse voorwaarden weliswaar een economisch belang bij het aandeel van haar echtgenoot in de CV, maar dat impliceert niet dat zij ook beherend vennoot is. De samentellingsfictie van art. 26 SW 1956 gaat ook niet zover dat de kwalificatie als beherend vennoot aan haar kan worden toegerekend. De Successiewet is een wet in formele zin, die niet getoetst kan worden aan het evenredigheidsbeginsel. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 26

Successiewet 1956 35b

Successiewet 1956 35c

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Editie: 7 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen