Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van Z bv niet kan worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. De BOR is niet van toepassing op de verkrijging van de certificaten Z bv.

Belanghebbende, X, is een van de erfgenamen in de nalatenschap van zijn moeder. Tot de nalatenschap behoren de certificaten van aandelen in Z bv. Z bv bezit diverse onroerende zaken die worden verhuurd aan derden. In de aangifte erfbelasting neemt X de certificaten op voor € 3,8 mln en doet hij een beroep op de BOR. De inspecteur waardeert de certificaten op € 7 mln en is van mening dat de BOR niet van toepassing is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van Z bv niet kan worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. De BOR is daarom niet van toepassing op de verkrijging van de certificaten Z bv. Er is geen arbeid aanwezig die naar haar aard en omvang onmiskenbaar ten doel heeft het behalen van voordelen uit de onroerende zaken, die het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaan. Er is geen sprake van ‘arbeid-plus’ en ‘rendement-plus’. Dat X zeer intensief betrokken is bij de werkzaamheden en dat hij hieraan veel tijd besteedt, doet niet ter zake. De arbeid ontstijgt niet hetgeen bij normaal (actief) vermogensbeheer mag worden verwacht. Ook heeft de inspecteur de waarde correct berekend. De aanslag blijft in stand.

Lees ook het thema De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35c

Successiewet 1956 35b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 oktober

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen