Rechtbank Gelderland oordeelt dat het gebrek aan de laadruimte niet betrekkelijk eenvoudig hersteld kan worden en dat het karakter van de bestelauto door de container in meer dan geringe mate is aangetast.
X doet een BPM-aangifte c.q. melding voor een bestelauto, Ford Ranger Pick Up 3.2, en berekent de te betalen BPM op nihil. Bij een controle blijkt echter dat de auto is voorzien van een container en dus niet (meer) voldoet aan de fiscale inrichtingseisen. De laadruimte heeft namelijk niet de vereiste hoogte van 130 cm. In geschil is de BPM-naheffing van € 39.838, alsmede de 10% verzuimboete. Volgens X komt zij in aanmerking voor het herstelbeleid (zie V-N 2015/65.22) en wordt zij dubbel gestraft omdat eerder ook al een MRB-naheffingsaanslag met boete is opgelegd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat het gebrek aan de laadruimte niet betrekkelijk eenvoudig hersteld kan worden en dat het karakter van bestelauto door de container in meer dan geringe mate is aangetast. De BPM en MRB zijn verschillende belastingen, zodat sprake is van aparte betalingsverzuimen. Het beroep is uitsluitend gegrond, omdat de boete in verband met het overschrijden van de redelijke termijn met 15% is verminderd. Daarnaast krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 6 juli