X is middellijk 100% aandeelhouder van een bv, die vanaf april 2014 een BMW 5-serie 530d met Belgisch kenteken huurt. Na de huurperiode voert X de auto in en doet hij in februari 2017 BPM-aangifte voor de auto en voldoet hij € 3041. De bv huurt vanaf maart 2015 een kantoorruimte van 31 m2 bij een vliegveld in België. Volgens de inspecteur is tijdens de huur van de auto niet aan de BPM-vrijstellingsvoorwaarden voldaan. In geschil is de naheffing van € 3596. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosh oordeelt dat de bv door de huur van het kantoor niet automatisch in België is gevestigd en dat uit de km-administratie blijkt dat de auto niet ieder jaar voor ten minste 50% zakelijk buiten Nederland is gebruikt. Bovendien wordt het kantoor pas sinds maart 2015 gehuurd, terwijl de auto al sinds april 2014 wordt gehuurd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 3
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 11 maart