Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de beperkte positieve winsten van 2020 en 2021 in geen enkele verhouding staan tot de eerdere verliezen. De projecten waarmee X zich in 2015 bezighoudt, staan voorts geheel los van de latere positieve resultaten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X exploiteert vanaf 2009 een eenmanszaak, bestaande uit het ontwikkelen van ideeën en producten op het vlak van elektrisch vervoer, zoals prototypes voor een elektrische motorfiets en oldtimer. Voor 2015 is in geschil of ondanks de jarenlange verliezen toch een objectieve voordeelsverwachting aanwezig is. Rechtbank Den Haag stelt X in het ongelijk. In hoger beroep stelt X dat in 2020 en 2021 positieve resultaten zijn behaald.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2023/15.1.1) oordeelt dat de over beide jaren behaalde winsten van in totaal € 11.633 in geen enkele verhouding staan tot de eerdere verliezen van € 106.792. De projecten waarmee X zich in 2015 bezighoudt, staan voorts geheel los van de latere positieve resultaten. Zo worden ruim 1900 uren besteed aan een energie-evenement, wat nimmer heeft plaatsgevonden. X maakt niet aannemelijk dat in 2015 al sprake is van een objectieve voordeelsverwachting, ondanks dat zijn verliezen in de periode 2013-2017 wel aan het dalen zijn. Het verlies in 2015 van € 8085 is dus niet aftrekbaar en X heeft geen recht op zelfstandigenaftrek. X' beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 juni

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen