Hof Den Haag oordeelt dat zowel de ICT-activiteiten als het schrijven van het boek nog steeds geen bronnen van inkomen zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X exploiteert een eenmanszaak, bestaande uit het verkopen van computers en het adviseren daarover. Daarnaast schrijft hij een boek over het afwikkelen van de nalatenschap van zijn vader. Eerder oordeelde Hof Den Haag voor 2014 (zie V-N 2018/38.1.2) en 2016 (zie V-N 2021/27.1.1), inmiddels onherroepelijk, dat er geen bron van inkomen is. Over 2017 behaalt X weer een fors verlies (€ 13.765). Volgens Rechtbank Den Haag is er ook in 2017 geen bron van inkomen.
Hof Den Haag (V-N 2023/29.1.1) oordeelt dat zowel de ICT-activiteiten als het schrijven van het boek geen bronnen van inkomen zijn. Zo hebben de ICT-activiteiten vanaf 2006 tot en met 2018 geen positief resultaat opgeleverd en over 2019 tot en met 2022 is er zelfs geen omzet behaald. X is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat er sprake is van een objectieve voordeelsverwachting, ondanks de reeks negatieve resultaten. De verliezen hebben daarom geen invloed op het inkomen uit werk en woning. Ten aanzien van het schrijven van het boek is gesteld noch gebleken dat zicht bestaat op publicatie. De literaire activiteiten zijn evenmin een bron van inkomen. X' beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5