Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de sporthallen niet onder bezwarende titel ter beschikking stelt aan de basisscholen. Zij heeft dan geen recht op aftrek van de hieraan toerekenbare BTW.
Tot 1 januari 2011 stelt gemeente A sporthallen om niet ter beschikking aan de basisscholen. Vanaf 1 januari 2011 exploiteert belanghebbende, X, de sporthallen. De sporthallen worden gebruikt door scholen in het primair onderwijs, scholen in het voortgezet onderwijs, sportverenigingen en particulieren. De scholen gebruiken de sporthallen voor het bewegingsonderwijs. X brengt jaarlijks vergoedingen in rekening aan de basisscholen. Hiervoor reikt zij facturen uit. X verstrekt ook jaarlijks bijdragen voor het bewegingsonderwijs aan de basisscholen. Deze bijdrage is steeds gelijk aan het bedrag dat X op de factuur in rekening brengt. X brengt de BTW in aftrek die aan haar in rekening is gebracht in verband met de exploitatie van de sporthallen. De inspecteur legt een BTW-naheffingsaanslag op waarbij de hoogte van de naheffing is bepaald op basis van het gebruik van de sporthallen door de basisscholen. In geschil is of de terbeschikkingstelling van de sporthallen aan de basisscholen onder bezwarende titel plaatsvindt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de sporthallen niet onder bezwarende titel ter beschikking stelt aan de basisscholen. Zij heeft dan geen recht op aftrek van de hieraan toerekenbare BTW. Er is volgens de rechtbank geen sprake van een rechtsbetrekking op grond waarvan X een vergoeding bedingt in ruil voor de terbeschikkingstelling van de sporthallen aan de basisscholen. De rechtbank wijst daarbij op de Wet op het primair onderwijs en de door X opgestelde Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Verder merkt de rechtbank nog op dat de op de factuur in rekening gebrachte vergoeding en de terbeschikkingstelling van de sporthallen aan de basisscholen ook niet wederzijds van elkaar afhankelijk zijn. De sporthallen worden door X namelijk ter beschikking gesteld aan de basisscholen, omdat de scholen niet beschikken over een eigen ruimte voor het onderwijs in lichamelijke oefening. Op grond van de WPO is dan het uitgangspunt dat X ruimten om niet ter beschikking stelt. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 19 augustus