Belanghebbende, X bv, exploiteert een uitzendbureau voor buitenlandse uitzendkrachten. Zij werken met name in de gevelbouw, de afbouw, het schildersbedrijf, de installatietechniek en de scheepsbouw. X bv regelt voor de uitzendkrachten in de nabijheid van het werk gratis verblijfplaatsen, zoals hotels, pensions en vakantiewoningen. In geschil is of X bv de btw kan aftrekken die hiervoor aan haar in rekening wordt gebracht. Volgens de inspecteur valt deze onder de uitsluiting als zijnde 'het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting' (art. 1 Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968).
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aftrek is uitgesloten, zelfs als het terbeschikkingstellen van de huisvesting noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van X bv. De soort huisvesting of de duur er van is niet relevant. De BUA-uitsluiting is voorts in overeenstemming met het EU-recht (zie HvJ EU 15 april 2010, nrs. C 538/08 en C 33/09, V-N 2010/19.22). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat X bv niet wettelijk of krachtens een cao verplicht is om voor de huisvesting te zorgen. In zoverre wijkt de onderhavige zaak af van een uitspraak van Hof Den Haag (25 februari 2005, nr. 03/01202), waartegen geen cassatie is aangetekend. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 1
Wet op de omzetbelasting 1968 16