De goedkeuring voor de inkomstenbelasting dat de onttrekking van een ondergrond aan een onderneming en de aanwending hiervan voor de exploitatie van een zonne- en windpark, tot de oorspronkelijke onderneming blijft behoren, geldt niet voor de BOR. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep successiewet.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de niet in geschil zijnde en in elk tijdvak terugkerende correcties reeds aanzienlijk zijn, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de ingekochte GBL gebruikt wordt voor de productie van GHB en dat X daarmee inkomen verwerft dat hij niet (of te laag) heeft aangegeven.

De Kennisgroep formeel recht geeft aan dat de redelijke termijn voor een verzuimboete wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte aanvangt op de datum van dagtekening van de verzuimboetebeschikking.

De terbeschikkingstelling van zalen door een dorpshuis is in beginsel vrijgesteld van BTW op grond van art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB 1968 (verhuur van onroerende zaken). Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep omzetbelasting.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de verkoop van een tot het privévermogen behorende onroerende zaak kan leiden tot BTW-belastingplicht. Dit is bijvoorbeeld het geval als de onroerende zaak wordt overgedragen aan een professionele ondernemer die de verkoop organiseert.