Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat een vof geen btw-privégebruik hoeft af te dragen in verband met het woondeel van een onroerende zaak, ondanks dat de woning aan alle vennoten ter beschikking staat. De woning behoort niet in wezen tot het bedrijfsvermogen. De vof kan ook niet als eigenaar beschikken over de woning.
Belanghebbende is een vof met twee vennoten. De vennoten zijn met elkaar getrouwd en hebben in 2006 gezamenlijk grond gekocht en daarop een woning laten bouwen. De woning wordt deels voor bedrijfsdoeleinden van de vof gebruikt. De BTW op de aankoop- en bouwkosten is volledig teruggevraagd. In 2015 is BTW over het privégebruik van de woning aangegeven. Tegen deze aangifte is bezwaar gemaakt met verwijzing naar het Champignonkwekerij-arrest (V-N 2015/55.18). Dit bezwaar is afgewezen.
Rechtbank Gelderland vindt dat het Championkwekerij-arrest niet van toepassing is. De vennoten staan als eigenaar en bewoner van de woning de vof toe om een deel van de woning voor bedrijfsdoeleinden te gebruiken. In dat geval behoort de woning niet in wezen tot het bedrijfsvermogen van de vof. De vof heeft niet de feitelijke beschikkingmacht over de woning. Die ligt bij de firmanten, die de macht hebben om als eigenaar te kunnen beschikken over de woning. De vof had de woning daarom nooit als investeringsgoed tot zijn bedrijfsvermogen kunnen rekenen en had dus ook de BTW op de aankoop- en bouwkosten niet in aftrek mogen brengen. Aangezien de woning niet tot het bedrijfsvermogen behoort, is er geen BTW over het privégebruik verschuldigd.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 4-2a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 januari