Belanghebbende, X, en zijn partner verhuren in de eigen woning een kamer met bijkomende voorzieningen als kantoorruimte aan de bv van X. Ter zake van deze verhuur claimt X bij de inspecteur vooraftrek van btw. In geschil is of de inspecteur deze vooraftrek terecht heeft geweigerd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X tevergeefs btw-teruggaaf claimt voor de terbeschikkingstelling van een kamer door X en zijn echtgenote aan de bv van X. De verhuur van de kantoorruimte is vrijgesteld van de heffing van btw. Dat de bv als huurder gebruik mag maken van een aantal bijkomstige voorzieningen zoals verwarming, telefoon, internet en sanitair doet het passieve karakter dat de activiteit van de verhuur van onroerende zaken naar het oordeel van de rechtbank niet verloren gaan. Er is geen sprake van een zogenaamde ‘verhuur-plus' zoals in HR 30 november 2012, nr. 11/02842, V-N 2012/63.16 (inzake kamerverhuur aan raamprostituees). De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 17 mei