Eurogate Distribution GmbH slaat goederen in doorvoer van haar klanten in haar douane-entrepot op. De goederen worden voor zendingen naar meerdere Oost-Europese landen gehergroepeerd. De zendingen worden door de in de landen van bestemming gevestigde vervoerondernemingen ‘af magazijn' van Eurogate overgenomen.
Uit een douanecontrole blijkt dat de uitslag uit het douane-entrepot ten dele met vertraging in de door de douanewetgeving voorgeschreven voorraadadministratie is opgenomen. De Duitse douane stelt vervolgens zowel het bedrag van de douanerechten als dat van de btw bij invoer vast.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat geen btw is verschuldigd over goederen die als niet-communautaire goederen zijn wederuitgevoerd, wanneer deze goederen niet aan de in art. 7 Zesde btw-richtlijn bedoelde douaneregelingen zijn onttrokken op het ogenblik van hun wederuitvoer, maar aan deze regelingen zijn onttrokken vanwege deze wederuitvoer.
Volgens het Hof van Justitie EU geldt dit zelfs als uitsluitend op grondslag van art. 204 EG-verordening een douaneschuld is ontstaan. Verder overweegt het Hof van Justitie EU nog dat, wanneer goederen die als niet-communautaire goederen zijn wederuitgevoerd, en niet zijn onttrokken aan de douaneregelingen van art. 61 btw richtlijn, zelfs niet als uitsluitend op grond van art. 204 EG-verordening nr. 2913/92 een douaneschuld is ontstaan, geen enkele belastingplichtige voor de btw bestaat, aangezien geen btw verschuldigd is over deze goederen.
Zie ook het thema Grensoverschrijdende btw: Goederen of diensten (ver)kopen in het buitenland.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Douane
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 3 juni