Belanghebbende (X cv) drijft een onderneming op het gebied van het aanleggen, het beheer, de projectbegeleiding en de controle van constructies en buisinstallaties. D, die in het VK woont, is de beherend vennoot van belanghebbende. C is bevoegd om namens belanghebbende te handelen. In 2007 wordt E cv opgericht. Deze onderneming is, evenals belanghebbende, gevestigd op het woonadres van C. Het in het VK gevestigde F Ltd is de beherend vennoot van E cv. C is bevoegd om namens E cv te handelen. E cv heeft Turks personeel uitgeleend aan belanghebbende. Het personeel verricht werkzaamheden aan in Turkije gelegen containerschepen. Belanghebbende brengt € 23.594 aan btw-voorbelasting in aftrek. De inspecteur corrigeert hiervan € 17.000 door € 9.000 aan teruggaaf niet toe te kennen en € 8.000 na te heffen. De voorbelasting van € 17.000 heeft betrekking op twee facturen van E cv die aan belanghebbende zijn gericht.
Hof Leeuwarden oordeelt dat het voor belanghebbende duidelijk was, of had moeten zijn, dat de door E cv aan haar gefactureerde btw niet is, of niet zou worden afgedragen door E cv. Het hof acht daarbij onder andere van belang dat belanghebbende en E cv in wezen als dezelfde ondernemer kunnen worden beschouwd, dat E cv de uitgereikte btw-aangiften niet heeft ingediend, dat E cv geen btw heeft betaald en dat E cv inmiddels niet meer te traceren is. Volgens het hof wist belanghebbende, of had belanghebbende moeten weten, dat E cv de aan haar in rekening gebrachte btw niet voldeed of niet zou voldoen, zodat belanghebbende geen recht op aftrek heeft van de op de facturen van E cv vermelde btw-bedragen. Het gelijk is aan de inspecteur.