Het Roemeense Grup Servicii Petroliere SA verkoopt in 2008 drie opvijzelbare offshoreboorplatforms aan Maltese cliënten. De platforms worden gebruikt in de (territoriale wateren van Roemenië in de) Zwarte Zee. Ter zake van de verkoop reikt GSP nota’s uit zonder btw, omdat volgens haar een btw-vrijstelling van toepassing is. Na de verkoop blijft GSP, onder de voorwaarden van een rompbevrachtingsovereenkomst, de platforms gebruiken in de Zwarte Zee. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de Roemeense Belastingdienst dat de platforms geen schepen zijn, omdat ze tijdens de booractiviteiten niet varen. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Hogan concludeert dat de btw-vrijstelling voor schepen op volle zee niet geldt voor de opvijzelbare offshoreboorplatforms van GSP. De A-G stelt namelijk vast dat geen enkel deel van de Zwarte Zee kan worden beschouwd als deel van de volle zee. Vanwege de plaats waar de boorplatforms onmiddellijk na levering hun activiteiten uitoefenen, valt de levering van de platforms niet binnen de werkingssfeer van art. 148 onderdeel c Btw-richtlijn. Volgens de A-G is verder niet van belang dat de platforms in de toekomst naar de Middellandse Zee of de Noordzee kunnen worden verplaatst.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 12 april