Rechtbank Den Haag oordeelt dat de diensten die X voor de kerk verricht niet van btw-heffing zijn vrijgesteld. X maakt namelijk niet aannemelijk dat zijn diensten onontbeerlijk zijn voor het verrichten van vrijgestelde diensten van de kerk.

X is btw-ondernemer. Hij is onder andere actief als jongerenwerker voor een kerk. De kerk heeft hem ingehuurd om uit te zoeken waarom jongeren niet deelnemen aan de door de kerk aangeboden activiteiten. Verder moet X nieuwe activiteiten bedenken die jongeren in deze tijd aanspreken. X is van mening dat de btw-vrijstelling van toepassing is op de diensten die hij aan de kerk verricht.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de diensten die X voor de kerk verricht niet van btw-heffing zijn vrijgesteld. De rechtbank stelt daarbij vast dat X niet aannemelijk maakt dat zijn diensten onontbeerlijk zijn voor het verrichten van vrijgestelde diensten van de kerk. Verder wijst de rechtbank er op dat X diensten verleend aan de kerk zelf, en niet aan de leden van de kerk. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 27 november

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen