Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wetswijziging voor X bv niet heeft geleid tot een individuele en buitensporige last. Uit de jaarrekeningen volgt niet dat de last die uit de invoering van kansspelbelasting voortvloeit voor X bv hoger is dan die voor andere exploitanten van kansspelautomaten.

X bv exploiteert amusementspelen. Tot en met 30 juni 2008 wordt de omzet van de speelautomaten in de btw-heffing betrokken. Vanaf 1 juli 2008 is de bruto opbrengst belast met 29% KSB. X bv voldoet over de maand juli 2008 op aangifte € 511.474 aan KSB. Zij maakt hiertegen bezwaar. Hof Amsterdam oordeelt dat de wetgever niet de vereiste ‘fair balance’ heeft betracht ten tijde van de invoering van de KSB voor exploitanten van kansspelautomaten. De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever met de invoering van KSB voor kansspelautomaten op het niveau van de regelgeving het vereiste van een redelijke en proportionele verhouding (‘fair balance’) niet heeft geschonden, maar verwijst de zaak uiteindelijk nog wel naar Hof Den Haag, om uit te zoeken of de wetswijziging heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het geval van X bv. Hof Den Haag oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de wetswijziging heeft geleid tot een individuele en buitensporige last voor haar. De Hoge Raad oordeelt dat het hof zijn uitspraak onvoldoende heeft gemotiveerd. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wetswijziging voor X bv niet heeft geleid tot een individuele en buitensporige last. Het hof stelt daarbij vast dat de invoering van kansspelbelasting ook bij X bv heeft geleid tot een daling van de netto omzet. Er zijn echter ook andere factoren debet aan die lagere netto omzet, zoals de invoering van het rookverbod, de economische crisis en het veranderde speelgedrag. Verder stelt het hof vast dat uit de jaarrekeningen niet volgt dat de last die uit de invoering van kansspelbelasting voortvloeit voor X bv hoger is dan die voor andere exploitanten van kansspelautomaten. Ook volgt uit de jaarrekeningen dat er, gezien haar financiële positie, geen reden is om aan de continuïteit van X bv te twijfelen. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de exploitatie van onroerende zaken, omdat deze activiteit deel uitmaakt van de bedrijfsvoering van X bv. Ook wijst het hof er nog op dat X bv na de wetswijziging in staat is om jaarlijks grote bedragen aan dividend uit te keren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de kansspelbelasting 3

Wet op de kansspelbelasting 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Kansspelbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 16 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen