Rechtbank Noord Holland oordeelt dat loonbestanddelen die onvoorwaardelijk zijn toegezegd in 2013, ook wanneer de inhoudingsplichtige deze niet uitbetaalt of in een aangifte verwerkt, fiscaal genoten zijn in dat jaar. Deze loonbestanddelen vormen dan ook in dat jaar (2013) belastbaar loon voor de loonheffingen.

Op 14 februari 2013 sluiten werknemer (een CEO) en de inhoudingsplichtige een overeenkomst op grond waarvan de werknemer naast zijn salaris van € 400.000 bruto per jaar, recht krijgt op extra beloningen voor een totaal bedrag van € 840.388. Voor uitbetaling van dit bedrag gelden geen nadere voorwaarden. Alhoewel de inhoudingsplichtige diverse concept loonstroken laat maken, waarin de betalingen verwerkt zijn, en de salarisadministrateur en de HR medewerker de CEO diverse keren verzoeken om afwikkeling, betaalt inhoudingsplichtige de beloningen op verzoek van de CEO niet uit. De inhoudingsplichtige heeft niet gecontroleerd of de HR medewerker en salarisadministrateur voldoende kennis hadden de gevolgen van het uitstel te overzien. De inhoudingsplichtige vormt voorzieningen voor de uit te betalen bedragen. Het dienstverband van de CEO eindigt per ultimo 2015. In 2016 worden de extra beloningen uitbetaald en in de loonaangifte verwerkt.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bonussen en aanvullend salaris van € 840.388 die onvoorwaardelijk zijn  overeengekomen bij overeenkomst van 14 februari 2013 in 2013 genoten zijn voor de loonheffingen. Het doet daarbij niet ter zake dat de bonussen en het aanvullend salaris pas in 2016 (na einde van de dienstbetrekking) betaald zijn en in de loonaangifte verwerkt. Een boete wegens grove schuld van 25% over € 840.388 is terecht, nu de inhoudingsplichtige heeft nagelaten de fiscale kennis van de salarisadministrateur en HR medewerker te toetsen of een deskundige in te schakelen. Omdat de crisisheffing 2014 berekend moet worden over het loon waarover belasting geheven is, is geen crisisheffing verschuldigd over het ten onrechte in 2016 verwerkte bedrag. Het feit dat belastingplichtige over 2013 wel een voorziening heeft gevormd voor de betaling doet daar niet aan af. Het bedrag van € 840.388 maakt wel deel uit van het vergelijkingsloon in jaar T-2 voor de pseudo eindheffing hoge lonen. Hierdoor wordt het vergelijkingsloon 2013 hoger dan € 535.000 en is pseudo eindheffing hoge lonen van toepassing op de vertrekvergoeding genoten in in 2015/2016. 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bb

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67g

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Wet op de loonbelasting 1964 13a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 31 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen