Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van ‘slechts’ één zaak, aangezien geen hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank dat geen bezwaar is gemaakt tegen de voldoening op aangifte. Ook al zou wel bezwaar zijn gemaakt tegen de voldoening, dan nog kan vanwege de samenhang slechts één immateriële schadevergoeding worden gegeven.
X bv doet in 2013 BPM-aangifte voor een Peugeot 508 RXH 2.0 HDi Hybrid 4. Volgens de aangifte is de verschuldigde BPM € 3015, die op 5 juni 2013 is voldaan. Op 6 november 2013 volgt een naheffing van € 1436, die na bewaar is vernietigd. Ambtshalve is daarnaast een teruggaaf verleend van € 151. Rechtbank Gelderland kent een immateriële schadevergoeding toe van € 2000. X bv stelt in hoger beroep dat zij voor beide zaken - de voldoening op aangifte en de naheffing - afzonderlijk recht heeft op een vergoeding.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van ‘slechts’ één zaak, aangezien X bv geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank dat geen bezwaar is gemaakt tegen de voldoening op aangifte. Ook al zou destijds wel bezwaar zijn gemaakt tegen de voldoening, dan nog kan vanwege de samenhang slechts één vergoeding worden gegeven (zie HR 19 februari 2016, 14/03907, V-N 2016/13.4, r.o. 3.10.2). Het beroep van X bv is uitsluitend gegrond met betrekking tot het alsnog vergoeden van wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding, de proceskostenvergoeding en de vergoeding van het griffierecht. Voor de hogerberoepsfase krijgt X bv een gematigde proceskostenvergoeding van € 300. Haar gemachtigde verleent namelijk in duizenden soortgelijke zaken rechtsbijstand, zodat de normale forfaitaire vergoeding de gemaakte kosten in redelijkheid ver zou overtreffen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6