Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de correctie van goodwill bij X BV ook is nagevorderd bij twee groepsvennootschappen. De navorderingsaanslagen aan de twee andere groeps-BV's zijn terecht opgelegd, zodat de dubbele heffing wordt geëlimineerd door de onderhavige aanslag van X BV te verminderen.

X BV is een 51% dochter van een groep BV's die software ontwikkelt om bedrijfsprocessen te analyseren. X BV is klant van een belastingadviseur, die is aangesloten bij het convenant Leidraad Horizontaal Toezicht Fiscaal Dienstverleners van de Belastingdienst. Vanaf 2016 vindt een reorganisatie van de groep plaats, waarbij de activiteiten worden geconcentreerd in één BV. De groep verwerft hiervan vervolgens alle aandelen en geeft zelf nieuwe aandelen uit aan drie nieuwe participanten. In 2017 is X BV geliquideerd. In geschil is of de inspecteur haar aangifte over 2017 kan corrigeren naar een belastbaar bedrag van € 2.104.161 met € 105.013 belastingrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de correctie van goodwill bij X BV ook is nagevorderd bij twee groepsvennootschappen. De navorderingsaanslagen aan de twee andere groeps-BV's zijn terecht opgelegd (zie o.a. 23/3853), zodat de dubbele heffing wordt geëlimineerd door de onderhavige aanslag van X BV te verminderen. De aanslag wordt verminderd naar een belastbaar bedrag van € 37.238 en de belastingrentebeschikking wordt verlaagd in overeenstemming daarmee. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel ten aanzien van de belastingrente is geen sprake. De inspecteur stelt met succes dat hij eerst het overleg met de adviseur wilde afronden alvorens hij de aanslag wilde opleggen. Het beroep van X BV is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Editie: 24 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

355

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen