X en de inspecteur bereiken tijdens de zitting bij de rechtbank een compromis. Overeengekomen wordt dat het belastbaar inkomen uit werk en woning van X over het jaar 2008 wordt verminderd. Daartegenover laat X zijn aanspraak op vergoeding van immateriële schade vallen. De rechtbank sluit het onderzoek aan het einde van de zitting van 5 oktober 2017. X dient op 6 oktober 2017 een brief bij de rechtbank in. Daarin merkt X op dat hij als gevolg van spanningen zijn beroep onvoldoende heeft kunnen toelichten en dat er wat hem betreft geen vaststellingsovereenkomst (vso) tot stand is gekomen. De rechtbank merkt deze brief aan als een verzoek om heropening van het onderzoek maar laat dit buiten beschouwing.
Hof ’s-Hertogenbosch beslist dat tijdens de zitting bij de rechtbank een rechtsgeldige vso is gesloten. Het hof ziet geen aanleiding voor twijfel aan de juistheid van het proces-verbaal en de uitspraak. Het beroep van X op dwaling wordt verworpen. X maakt niet aannemelijk dat hij, ten tijde van het sluiten van de vso, een onjuiste voorstelling van zaken had met betrekking tot de vraag op welke aanslag deze overeenkomst ziet en de consequenties van de vso. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Verbintenissenrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 4 december