X stelt beroep in tegen de beslissingen van de heffingsambtenaar van Cocensus over de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding en de dwangsom.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet in aanmerking komt voor een dwangsom omdat hij na indiening van de ingebrekestelling onvoldoende heeft meegewerkt aan het houden van een hoorzitting. De gemachtigde van X had zich moeten realiseren dat de heffingsambtenaar binnen twee weken zou willen beslissen op het bezwaar en daarvoor X eerst moest horen. De gemachtigde had in die twee weken moeten meewerken aan een hoorzitting. Hij heeft dat verzuimd. Daarom stelt de rechtbank de ingebrekestelling van X gelijk aan een onredelijk laat ingediende ingebrekestelling. X komt niet in aanmerking voor een dwangsom. Verder heeft de heffingsambtenaar in bezwaar een wegingsfactor van 0,25 kunnen hanteren voor de kostenvergoeding. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]