X doet op 23 maart 2018 een verzoek tot middeling. Middels een brief van 10 november 2018, door de inspecteur ontvangen op 14 november 2018, stelt X de inspecteur in gebreke wegens het niet-tijdig beslissen daarop. De inspecteur beslist op 21 november 2018 alsnog op het middelingsverzoek. Bij beschikking van 20 november 2018 kent de inspecteur X geen dwangsom toe. In geschil is of dit terecht is.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden staat vast dat de inspecteur na ontvangst van de ingebrekestelling bij beschikking van 21 november 2018 alsnog heeft beslist op het middelingsverzoek. Dat is binnen de in art. 4:17 derde lid Awb genoemde termijn van twee weken. De inspecteur heeft X terecht geen dwangsom toegekend. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 november