Hof Amsterdam beslist dat X geen recht heeft op een dwangsom vanwege het niet tijdig beslissen op bezwaar omdat de inspecteur voldoende duidelijk heeft gemaakt dat de bezwaarfase is beëindigd.

X krijgt over het eerste kwartaal 2017 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd met een betaalverzuimboete en een aangifteverzuimboete. Op 9 juni 2017 vermindert de inspecteur bij Kennisgeving Vermindering omzetbelasting de naheffingsaanslag en de betaalverzuimboete tot nihil. De aangifteverzuimboete wordt gehandhaafd. X maakt op 9 juni 2017 bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de beide verzuimboetes. Op 28 juli 2017 verklaart de inspecteur het bezwaar tegen de aangifteverzuimboete ongegrond. X stelt de inspecteur op 14 februari 2018 in gebreke wegens het niet-tijdig beslissen op het bezwaar voor zover gericht tegen de naheffingsaanslag en de betaalverzuimboete. Op 26 februari 2018 deelt de inspecteur X mee dat zij geen recht heeft op een dwangsom omdat op 9 juni 2017 al op het bezwaar is beslist.

Hof Amsterdam beslist in hoger beroep dat X geen recht heeft op een dwangsom. Als er bij X al onduidelijkheid bestond over de duiding van de verminderingsbeschikking van 9 juni 2017, dan heeft de inspecteur deze onduidelijkheid, tijdig (binnen twee weken na de ingebrekestelling) weggenomen. Met een schriftelijke mededeling heeft de inspecteur X duidelijk gemaakt dat hij op het bezwaarschrift inzake de naheffingsaanslag en de betaalverzuimboete heeft beslist en dat daardoor in zoverre een einde is gekomen aan de bezwaarfase. (zie ook: HR 11 oktober 2019, V-N 2019/49.19)

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 30 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen