Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op een dwangsom wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar omdat hij geen belanghebbende is bij de naheffingsaanslag parkeerbelasting.
X maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan zijn zus, Y, is opgelegd vanwege het parkeren van een auto terwijl daarvoor geen of weinig parkeerbelasting is betaald. Y is de eigenaar van de auto. X stelt dat hij de feitelijk parkeerder is, de parkeerbelasting heeft betaald, als belanghebbende aangemerkt moet worden en recht heeft op een dwangsom wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar. Bij dwangsombeschikking heeft de heffingsambtenaar geen dwangsom toegekend aan X. X gaat in bezwaar en beroep. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat X geen belanghebbende is en daarom geen recht heeft op een dwangsom. In hoger beroep is in geschil of de rechtbank tot haar oordeel heeft kunnen komen op basis van de door haar vastgestelde feiten, de weging van deze feiten, het gehanteerde toetsingskader en het verweer van de heffingsambtenaar in eerste aanleg. Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op een dwangsom wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar, omdat hij geen belanghebbende is bij de naheffingsaanslag parkeerbelasting. X maakt niet aannemelijk dat hij de feitelijk bestuurder van de auto was, de auto als zodanig parkeerde en de belasting voldeed. De Rechtbank Amsterdam heeft tot haar oordeel kunnen komen op basis van de door haar vastgestelde feiten, de weging van deze feiten, het gehanteerde toetsingskader en het verweer van de heffingsambtenaar in eerste aanleg. X' hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 1:2
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a
Algemene wet bestuursrecht 8:69
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 9 januari
Informatiesoort: VN Vandaag