Rechtbank Overijssel oordeelt dat X tevergeefs verzoekt om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op en bezwaar tegen een naheffingsaanslag.

Belanghebbende, X, stelt de gemeente Hellendoorn in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op een bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De gemeente beslist dat zij geen dwangsom is verschuldigd, omdat zij tijdig een beslissing op bezwaar heeft genomen.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat X tevergeefs verzoekt om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op een bezwaar tegen een naheffingsaanslag. De rechtbank is van oordeel dat de ingebrekestelling van 12 juli 2017 onredelijk laat is ingediend. X heeft reeds op 8 juli 2016 een pro forma bezwaarschrift ingediend. Nog diezelfde maand heeft hij de gevraagde stukken ontvangen, is hij door de gemeente gehoord en in staat gesteld het bezwaar te motiveren. De ingebrekestelling is pas een jaar later in juli 2017 ingediend en is daarmee onredelijk laat. Het beroep van X is wel gegrond omdat de gemeente in de bezwaarfase het standpunt heeft ingenomen dat geen dwangsom is verschuldigd omdat hij binnen twee weken na ingebrekestelling heeft beslist op het bezwaar. Daarmee vertoont de uitspraak op bezwaar een motiveringsgebrek. De rechtbank kent X een proceskostenvergoeding toe van € 125,25 (wegingsfactor 0,25) en draagt de heffingsambtenaar op om het griffierecht van X te vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 15 juni

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen