Rechtbank Den Haag oordeelt dat de tweede schenking in werkelijkheid een indirecte schenking van de moeder is. De eigenwoningvrijstelling is hierop niet van toepassing, omdat die slechts voor de eerste schenking kan worden toegepast.

X en haar broer (zie zaak 21/3003) krijgen op 12 juli 2017 allebei een schenking van € 100.000 van hun moeder. De volgende dag krijgen ze ook allebei een schenking van € 100.000 van een derde. Deze derde was een zakenrelatie van hun vader. De vier kinderen van deze zakenrelatie krijgen ieder een schenking van € 50.000 van de moeder van X. Volgens de inspecteur claimt X voor de tweede schenking van € 100.000 ten onrechte de eigenwoningvrijstelling, omdat de moeder en de derde kruislingse schenkingen ten behoeve van elkaars kinderen hebben afgesproken.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de tweede schenking in werkelijkheid een indirecte schenking van de moeder is. De eigenwoningvrijstelling is hierop niet van toepassing, omdat die slechts voor de eerste schenking kan worden toegepast. De tweede schenking is verkregen krachtens een derdenbeding. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Schenkingsvrijstelling eigen woning.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 juli

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen