De Hoge Raad oordeelt dat bij gebruikmaking van een in de handel algemeen toegepaste koerslijst waarin 'ex-rental' niet als variabele is opgenomen, ervan moet worden uitgegaan dat dit gegeven bij de waardebepaling volgens deze koerslijst niet relevant is.

X bv voldoet BPM voor een uit een andere EU-lidstaat afkomstige gebruikte personenauto. Ondanks dat deze auto geen huurverleden (ex-rental) heeft, stelt X bv dat toch een extra vermindering op de koerslijstwaarde moet worden toegepast omdat volgens haar bij de binnenlandse handel in gebruikte personenauto’s rekening wordt gehouden met een waardevermindering wanneer een personenauto een verhuurverleden heeft. Hof Den Haag stelt X bv in het ongelijk. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat bij gebruikmaking van een in de handel algemeen toegepaste koerslijst waarin 'ex-rental' niet als variabele is opgenomen, ervan moet worden uitgegaan dat dit gegeven bij de waardebepaling volgens deze koerslijst niet relevant is. Het staat de belastingplichtige in dat geval niet vrij om - los van de gekozen koerslijst - een vermindering wegens ex-rental in aanmerking te nemen. De omstandigheid dat in de handel aan het verhuurverleden een waardedrukkende invloed wordt verbonden, brengt niet mee dat met die waardedruk ook rekening moet worden gehouden bij auto’s zonder verhuurverleden. In zoverre is namelijk geen sprake van gelijksoortige auto’s (vgl. HR 17 januari 2020, 18/03802, V-N 2020/5.19). Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen