Advocaat-Generaal Wattel concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de ingangsafrekeningseis, zodat het fbi-regime niet van toepassing is op X. X voldoet weliswaar aan de overige vereisten, maar de fbi-status kan pas worden verkregen in het jaar ná afrekening.
Belanghebbende, X, is een in Duitsland gevestigd en naar Duits recht opgericht Immobilien-Sondervermögen en investeert, voor rekening en risico van haar deelnemers, in in Nederland gelegen onroerende zaken. A is de beheerder en bewaarder van het fondsvermogen. In verband met de investeringen van X in Nederland is X sinds 1996/1997 buitenlands belastingplichtig voor de VPB. Op 31 mei 2007 doet X een beroep de fbi-status. Volgens de inspecteur heeft X echter geen recht op deze status. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X in aanmerking komt voor de fbi-status. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het fbi-regime niet van toepassing is op X voor de boekjaren 2008-2009 en verder. X is namelijk aan het einde van het jaar voorafgaand aan het jaar dat hij als beleggingsinstelling wordt aangemerkt niet overgegaan tot herwaardering van zijn vermogen. Er is dan niet voldaan aan de voorwaarden van art. 10 lid 2 BBI. X en de staatssecretaris gaan in cassatie.
Advocaat-Generaal Wattel concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de ingangsafrekeningseis (art. 10 lid 2 BBI), zodat het fbi-regime niet van toepassing is op X. X voldoet weliswaar aan de overige vereisten, maar de fbi-status kan pas worden verkregen in het jaar ná afrekening. Die afrekening is dan ook geen gevolg van maar een voorwaarde voor de fbi-status. De A-G gaat verder uitgebreid in op de middelen die X en de staatssecretaris hebben aangedragen. De A-G adviseert de Hoge Raad uiteindelijk om het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren en het cassatieberoep van de staatssecretaris buiten behandeling te laten.
Lees ook het thema Beleggingsinstellingen.
Wetsartikelen:
Besluit beleggingsinstellingen 10
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 27 juni